Barmhartigheid of mededogen is een houding ten opzichte van de naaste, die in de bijbel bijzondere aandacht heeft. Een aantal specifieke vormen van barmhartigheid zijn in de christelijke traditie bijeen geplaatst als de zogeheten Werken van Barmhartigheid, onderscheiden in zeven geestelijke werken (die betrekking hebben op het geestelijk welzijn van de naaste) en zeven lichamelijke werken (met betrekking tot zijn of haar lichamelijke welzijn).
De geestelijke werken zijn: zondaars vermanen, onwetenden onderwijzen, goede raad geven, bedroefden troosten, onrecht verdragen, beledigingen vergeven en voor anderen bidden. De lichamelijke werken zijn ontleend aan de prediking van Jezus, die ze noemt als criteria voor het Laatste Oordeel (Matt. 25:34-36): hongerigen spijzen, dorstigen laven, naakten kleden, vreemdelingen herbergen, zieken bezoeken en gevangenen verlossen. Het zevende werk is ontleend aan het Oude Testament (Tobia): de doden begraven. Het werd toegevoegd om het heilige getal zeven vol te maken. In het bovengenoemde Mattheus-evangelie wordt de lezer vanuit het toekomst-perspectief van Christus geconfronteerd met de kwaliteit van het eigen doen en laten. De zeven Werken van Barmhartigheid worden aldus gebruikt als een soort morele handleiding voor het leven van alledag. 2016 is door Paus Franciscus uitgeroepen tot het “Jaar van Barmhartigheid”.