“Ik was vreemdeling en jullie hebben mij opgenomen”
De vreemdeling herbergen is méér dan gastvrijheid tonen. Bij gastvrijheid gaat het immers om iets wat zich later terug zal betalen, wanneer jij bij die ander te gast bent. Maar bij de vreemdeling, de vluchteling, de ontheemde of de berooide weet je dat niet. Wie huis en haard moest achterlaten, zal mogelijk nooit iets kunnen terugdoen. De vreemdeling is geheel van jou afhankelijk: jouw huis, jouw zorg, jouw bescherming. Hij is kwetsbaar, omdat er wellicht geen weg terug meer is. De vreemdeling is een mens zonder de vertrouwde zekerheid van het land van zijn jeugd, zijn kindertijd. Daarom staat de vreemdeling in het rijtje van de wees en de weduwe, de arme en hij die geen helper heeft (Psalm 146). Echte herbergzaamheid bestaat hieruit, dat de ongelijkheid tussen onszelf en de vreemdeling wordt opgeheven. Vreemdelingen herbergen is een kwestie van beschaving. In de Bijbel staat: “Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten, engelen ontvangen (Hebr. 13:1-3).”
We zijn samen onderweg in deze wereld en door de tijd en waar mensen de vreemdeling herbergen, is God niet ver weg.